De Sint Joristocht werd in 1950 als eerste gelopen.

In 1948 werd het idee geopperd om van het kerkje in Persingen de "St. Joriskerk" van de "katholieke 

verkennersbeweging van het land" te maken. Men is 2 jaar lang druk bezig geweest om het kerkje op te knappen.

In 1950 werd het buitencentrum Gilwell St. Walrick in gebruik genomen en was het 20 jarig bestaan van de katholieke verkenners.

Om dit bekend te maken en te vieren werd besloten om met het bronzen St Joris beeld (100 kilo) op de schouders, een tocht door Nederland te lopen. De tocht begon, op 23 april 1950, vanaf de St. Walrick ruïne. 

Een jaar lang is de komst van het beeld een aansporing geweest om "zich vaardig te maken om anderen te kunnen helpen". Niet iedere verkenner mocht zomaar het beeld dragen, nee, je moest verkenner tweede of liever eerste klas zijn. Het werd een jaar waarin hard gewerkt werd aan eisen en insignes.

In 1951, aan de heuvelrand bij Beek, namen 50 eerste klassers het 


beeld van St. Joris over van de Nijmeegse verkenners.  Het beeld van St. Joris werd binnen gedragen langs een erehaag van vlaggen en zo was het beeld weer thuis. Het beeld werd op een boomstam uit St. Walrick geplaatst. 

Snel daarna kwam het idee naar voren om de hike van het beeld voort te zetten door de eerste klas verkenners. De St. Joristocht is geboren.

 

Het wordt een tocht die een mannentaak oplegt (het is geen wedstrijd en geen bedevaart).

 Een voettocht van tweemaal 24 uur langs belangrijke punten in de omgeving: 

  • de Waalbrug, welke herinnert aan de vaderlandsliefde van Jan van Hoof,
  • Persingen, waar de middeleeuwen ademen,
  • Mookerschans, waar de schimmen vechten van een roemruchte historie 
  • St. Walrick ruïne, waar de legende gaat van een geheimzinnig verleden.

Na afloop ontving men een oorkonde, naambandje en een badge.