St Jorisdag was een speciale dag.

's Morgens het gezamenlijk getuigen van de strijdbaarheid en 's avonds rond het groepskampvuur het herhalen van de belofte.

 

In veel districten was het een gewoonte om de dagopening met alle padvinders gezamenlijk te houden.

 

Men verzamelde op het marktplein voor een gezamenlijke opening wat over het algemeen eindigde met de vraag of men bereid was mee te strijden. Als antwoord werd dan het lied "Hoort, zegt het voort" gezongen.

Tijdens dit lied werden alle groepsvlaggen naar voren gebracht, als teken dat alle groepen instemmen met deze bereidheidsverklaring.

 

Aan elke vlag werd een rode tulp bevestigd. Tijdens het lied "De volk'ren der aarde" gingen de vlaggen weer terug naar de groepen. Daarna reikten de groepsleiders rode tulpen uit aan de jongeren. Om bezield door hetzelfde vuur als St Joris er op uit te trekken en onszelf dienstbaar te maken.

 

Anders dan op andere dagen droeg men de gehele dag het uniform. Om iedereen te laten zie dat je padvinder bent; het doen van goede daden.

's Avonds tijdens het kampvuur de herhaling van de belofte. Dit werd gevierd met de gehele groep, van de kleinste tot de grootste. Wat er toe leidde dat men elkaar beter leert begrijpen en waarderen, dat de band tussen de groepsleden wordt verstevigd en dat de padvindersloopbaan meer dan tot nu toe volledig zal zijn, zal lopen van welp tot en met voortrekker.